zaterdag 15 februari 2014

Ar men


Nog verder naar het westen, verder dan het uiterste westpuntje van Frankrijk, een kilometer of tien voorbij île de Sein, ligt een eenzame vuurtoren midden in de oceaan: Ar men, Bretons voor De Rots. Veertien jaar duurde het, voordat de mannen hem hadden vastgeschroefd op de rots waarnaar hij vernoemd werd. Ze konden alleen werken bij goed weer. Het rotsplateau onder water, de Chaussée de Sein, was te verraderlijk. Daarom moest er ook een vuurtoren komen. In 1881 werd hij in gebruik genomen.

Vuurtorens op land zijn de hemel. Vuurtorens op een eiland het vagevuur. De vuurtorens middenin zee zijn de hel. Ar men werd l’enfer des enfers genoemd. De hel der hellen. Niets dan wind en water om je heen, slechts enkele vierkante meters om op te leven. Alle ruimte, en tegelijk het grote niets. Een toren, met de gulzige tong van de zee eromheen gekruld, omringd door schuim. Schrijver Jean-Pierre Abraham woonde er vier jaar en schreef er een boek over. “Ik woon in een boom” schreef hij, “en de zee is het ruisend gebladerte.”
Jean Guichard - Phare d'Ar-men lors d'une tempête
Pas vanaf 1990 werd deze vuurtoren automatisch bediend. Daarvoor kwamen de vuurtorenwachters per boot tot dichtbij de toren, om dan met een touw over het water van en naar de vuurtoren te worden gehesen. Door de sterke deining in zee konden de gewoonlijke aflossingen (ongeveer om de veertien dagen) niet altijd plaatsvinden. Ooit zat een wachter honderd dagen vast.

Tot afgrijzen van zijn collega-wachters koos Jean-Pierre Abraham soms vrijwillig voor een extra dienst. Hij luisterde naar de geluiden van de zee, hij voelde de deining, rook wanneer er mist op kwam zetten. Tijdens zijn pauzes op het eiland Sein voelde hij zich verloren. Op Ar men, met de kolkende oceaan om zich heen, het voortdurende dreunen van de golven in de diepte, was hij gelukkig.
Charles Marion -
Vision apocalyptique à Ar Men
 Hier een filmpje, waarin je de tocht van Sein naar Ar men kunt zien, en de schrijver zelf aan het woord is. Ook als je de Franse taal niet machtig bent, een bijzonder document.
 

donderdag 13 februari 2014

Île de Sein

 
In het uiterste westen van Frankrijk, aan het eind van de wereld (Finistère, of Penn ar bed; 'het hoofd van de wereld', zoals de Bretons liever zeggen) ligt Bretagne als een drakenkop omringd door zee. Nog verder naar het westen ligt een klein eiland, amper twee kilometer lang: île de Sein. Een aambeeld voor de Atlantische stormen.

Finistère-Sud

Over het eiland Sena zei Pomponius Mela dat er negen priesteressen woonden, die met hun krachten wind en water konden beheersen. Deze dames moeten nu wel heel boos zijn.

Op de foto hieronder zie je het eiland op de achtergrond liggen. De grote vuurtoren van Sein (die ik in 2011 beklom) kun je net zien. Op de voorgrond La Vieille, de 'oude dame', één van de vuurtorens die de Chaussée de Sein bewaakt: een rotsplateau tussen la pointe du Raz en île de Sein, dat grotendeels onder water ligt en zeer verraderlijk is, ook vanwege de sterke stroming.
Ronan Follic -
Dans l'enfer du Raz de Sein, 1er février 2014

 
Vanaf eind december 2013 woedt hier de ene storm na de andere. Veel Bretonse fotografen wagen zich in het barre weer om dit vast te leggen. Bijvoorbeeld Charles Marion, die zelfs vanuit een helicopter plaatjes schoot, net als Philip Plisson, bekend van zijn vuurtorenfoto's.

Via Breizh'scapes kun je er een aantal vinden: Ronan Follic, Philippe Manguin, Mathieu Rivrin bijvoorbeeld. Door hun werk voel ik me verbonden met mijn favoriete plek op aarde; dat kleine stukje rots in zee.

 
 

 
 

maandag 10 september 2012

Eb (2)

Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door ’t ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.
 
Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?
 

M. Vasalis – Eb
 
Last Day of Summer - Normandië, 24 augustus 2012, hipstamatic.
 


donderdag 6 september 2012

Eb


Het is eb op dit blog, omdat het elders vloed is in mijn leven. Ik wacht op het grote uitademen van de zee. Zodra het laagtij in mijn dagelijks leven weer aanbreekt, komen hier de mooie verhalen aangespoeld. Ze wachten in een getijdenpoel rustig op hun beurt om te gaan stromen. Tot gauw!
Saint Aubin-sur-mer, Normandië 19 augustus 2012

vrijdag 11 november 2011

tuinbank

Gisteren stond er op mijn jeugdpoëziescheurkalender dit mooie gedicht van Bas Rompa. Ik moest meteen denken aan een foto die ik nam in Normandië, jaren geleden, van een bankje in de tuin van Hotel Bellevue in Villerville-sur-mer.

Foto: Ingrid Cremers, Frankrijk 2003.


tuinbank


ik ben een oude tuinbank en

teleurgesteld tot in mijn nerf.

wie vraagt hout wat het wil?
 

men meet, zaagt, schuurt, draait

schroeven in je ziel en bedekt

het resultaat met een laag verf.


ik wil naar zee, als schatkist of

als mast van een fregat, desnoods

als kruk, kiel, luik of roeispaan.


het zit er niet meer in, vrees ik,

ik ben een tuinbank. zie mij staan.



Bas Rompa

uit: Rode Groente, DIVers 2001.

maandag 10 oktober 2011

Zeezucht

 
foto: Ingrid Cremers, Normandië 2007.
Op zoek naar een mooie naam voor mijn blog, passend bij mijn website, dacht ik meteen aan iets met zee. Zeezicht? Al bezet. Wat dan? Zeewee, zoals in: heimwee naar de zee? Ook bezet (al is de Engelse betekenis ervan mij nog niet geheel duidelijk).

Na een tijdje brainstormen en staren naar de foto die boven mijn computer hangt, slaakte ik een diepe zucht. En toen had ik het. Eb en vloed, de eeuwige ademhaling van de zee. Heimwee, Sehnsucht... Zeezucht!

Zo werd kijkend naar de zee reeds menig goed idee geboren.